↑ Een korte animatie van Karel ende Elegast.

Notities van tijdens het lezen:

Ze wilden mensen laten denken dat het waargebeurd was. (HET IS ECHT WAAR!)
Het werd gesproken. Het was dus niet opgeschreven om te lezen maar om te zeggen.
God komt heel snel al voor in het verhaal want god was in die tijd heel belangrijk. Hoofs gedragen was dus ook voor(al) god.
Kruis slaan: l l l l l
Engel heeft 3 keer tot hem geroepen à 3 is het heilige getal.
Bonnefooi = een onzeker bestaan (dat zou koning Karel liever hebben dan verstikt te zijn -> gaan stelen)
Karel vind het zo beschamend om uit stelen te gaan à omdat hij heel rijk is (Dat hebben ze heeeeel uitgebreid gezegd)
Maar God weet hem toch te overtuigen (belangrijk)
Alle sloten en deuren in zijn kasteel waren open en iedereen was aan het slapen à zoals God dat wilde.
Karel krijgt een beetje respect voor dieven
Hoofsheid = Karel gaat niet meer mensen vervolgens tot de dood om iets kleins, of land/alles ontnemen. Karel wil vechten. Niet slaan wanneer hij kan à hij vond het oneervol. Elegast blijft trouw aan de koning (hij gaat hem niet bestelen).
Niet hoofs = moet gedwongen LIEGEN, omdat hij niet kan zeggen dat hij Karel heet maar Edelbrecht.
Wat weten we van Elegast? = Karel heeft zijn land afgepakt, hij steelt om rond te komen maar niet van armen alleen van rijken, hij is heel listig.
De koning vond het oneervol om iemand te slaan zonder dat hij zich kon verdedigen.
Het is belangrijk dat Elegast steelt maar niet van armen!!
Hij liegt dat hij heel veel steelt om Elegast zijn vertrouwen te winnen.
Karel zegt dat hij van de koning wilt stelen maar Elegast wil dat niet hij blijft “trouw” aan de koning.
Moraal van het verhaal: luister naar god.

 

Het verhaal zelf:

Heilige engel spreekt tot Koning (Karel) zegt dat hij moet stelen, anders zal hij alles verliezen en doodgaan.
Hij was heel overtuigd van zichzelf. Hij had alles en hij was de rijkste en beste van alles en iedereen.
Hij weet niet of hij moet geloven wat er gezegd wordt, hij wilde niet negeren dus ging uit stelen.
Hij gaat dus stelen en kan “ontsnappen” uit zijn kasteel, alle deuren waren open en iedereen sliep.
Bij de poort waren de wachten ook aan het slapen. Dat is zoals God het wilde.
Toen hij in zadel zat sprak hij tot God. Vooral dat hij (in) hem gelooft (heer ik geloof dat u …) En vraagt God hem te helpen.
Reedt bos in. Heldere nacht.
Hij was gewoonte om dieven te vervolgen waar hij ze maar kon vinden. Maar nu had hij waardering voor dieven.
Hij zegt dat hij Elegast heeft verdreven en dat hij dat nu eigenlijk best zielig vond en dat hij spijt had hiervan.
Elegast steelt alleen van rijken mensen niet van armen. (hij (Elegast) is bijzonder listig, niemand kan hem gevangen nemen.)
Karel hoopt Elegast tegen te komen, en direct daarna kwam hij Elegast tegen. Elegast helemaal zwart.
Karel dacht dat de zwarte ridder de duivel was, omdat hij zwart was (de kleur van de duivel was zwart). En hij was heel bang voor het figuur (de duivel).

Elegast wilde weten wie hij was en waar hij naar op weg was.
Karel weigerde te praten, en zeiden dat ze moesten vechten.
Karel vind het oneervol om iemand te doden die zich niet kon verdedigen.
Elegast zegt eindelijk hoe hij heet en hij vertelde direct wat er met hem is gebeurd. Ook dat hij moet stelen om rond te komen, maar alleen van rijken, niet armen/koopmannen/pelgrims.
Karel liegt dat hij Adelbrecht heet. En dat hij steelt van iedereen vooral uit kerken en kloosters.
Karel wil bij zichzelf gaan stelen. Elegast verbied om te gaan stelen bij de koning. Hij zei dat hij zijn hele leven een goede vriend enzo blijven.
Elegast wil Eggeric van Eggermonde (schoonbroer van de koning) bestelen. Dus dat gingen ze doen.
Elegast wilde de werkwijze van Adelbrecht (Karel) gebruiken, maar Adelbrecht (Karel) zegt dat hij nog nooit een kasteel had beroofd.
De kraaien en honden zeiden tegen Elegast dat de koning in de buurt was.
Elegast wilde per se het zadel van Eggeric stelen. En Eggeric werd wakker
Eggeric wilde de koning vermoorde. Zijn vrouw (zus van Karel) wilde dit niet.
Elegast had toverkrachten/spreuken.
Elegast wil Eggeric vermoorden omdat hij de koning ging vermoorden.
Karel zegt dat Elegast naar de koning moet gaan, maar Elegast wilde/mocht niet.
Karel riep ’s ochtends de geheime raad bijeen. En vertelde situatie, en vroeg wat te doen.
Plan: iedereen gewapend en koning ertussen
Iedereen van Eggerics mensen werden gevangen genomen
Eggeric zegt dat het niet waar is.
Karel vraagt Elegast voor een tweekamp.
Koning laat Elegast vertellen wat/hoe Eggeric had gezegd.
Er komt een tweekamp tussen Eggeric en Elegast.
Als Elegast binnenkomt bij tweekamp en spreekt tot God en Maria
Eggeric richte zich niet tot God.
Elegast was hoofs omdat hij Eggeric niet wilde verslaan wanneer Eggeric zonder paard en Elegast met paard.
Koning Karel was koning van Frankrijk
Elegast kreeg alles terug en kreeg de vrouw van Eggeric (de zus van de koning)

 

Genre: voorhoofse roman - middeleeuwen

Thema's: trouw en god

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb